Van manuele therapie kan gebruik gemaakt worden in geval van klachten van het ‘bewegingsapparaat’, dat wil zeggen in de wervelkolom en gewrichten in armen en benen. Klachten van de wervelkolom en ledematen ontstaan wanneer gewrichten niet goed functioneren. Een stoornis in het gewricht wordt ook wel een ‘functiestoornis’ genoemd. Vaak is een korte of langere overbelasting van het gewricht de oorzaak van de klacht. Bewegen wordt moeilijk en pijnlijk. Ook kunnen spieren verkrampen en kan de pijn uitstralen naar andere delen van het lichaam. Met behulp van manuele therapie kan de stoornis van gewrichten worden verminderd of verholpen.

De manueel therapeut verhelpt de functiestoornis van het gewricht door het toepassen van specifieke passieve mobiliserende bewegingen. Door de lichaamsdelen rond het gewricht op een bepaalde manier te bewegen kan de beweeglijkheid van de gewrichten snel worden vergroot. De pijn neemt af en de bewegingen van het gewricht verbeteren. Soms vult de manueel therapeut deze behandeling aan met gedoseerde impuls technieken. De gewrichten worden dan wat sneller bewogen. Daarbij hoort men soms een knappend of krakend geluid. De meeste patiënten ervaren dit als een kortstondig vreemd gevoel, maar ervaren het over het algemeen niet als pijnlijk.

Manuele therapie kan worden gebruikt bij de volgende pijn/aandoeningen:

  • Hoofd- en nekpijn
  • Nek- en schouderklachten die doortrekken tot in de armen
  • Rugklachten hoog in de rug met rib- en borstpijn
  • Lage rugklachten
  • Bepaalde vormen van duizeligheid en/of oorsuizen
  • Kaakklachten, eventueel in combinatie met nekklachten

Tijdens de eerste behandeling voert de manueel therapeut een uitgebreid vraaggesprek met de patiënt. Ook voert de manueel therapeut een lichamelijk onderzoek uit. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de klacht zelf, maar ook naar de oorzaken van het ontstaan van de klacht worden beoordeeld. Afhankelijk van dit onderzoek wordt een behandelplan opgesteld en een prognose gemaakt.